woensdag 3 november 2010

20101031-Advies EenvoudigeLoopHulpmiddelen 2011

Advies CR WMO over voorgenomen besluit Eenvoudige Loop Hulpmiddelen

                                                                                                                             3 november 2010  

Geacht College van B&W,

Naar aanleiding van informatie vanuit ambtelijke zijde tijdens de vergadering van de Cliëntenraad WMO van 27 oktober j.l. omtrent bovengenoemd besluit, brengen wij het volgende onder uw aandacht.

1.   In het nieuwe voorstel wordt voorgesteld de eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen niet op te nemen in de Wmo omdat deze voorzieningen financieel haalbaar zijn voor de burger. Om deze reden wordt voorgesteld de kosten van de mobiliteitshulpmiddelen noch vanuit de Wmo noch vanuit de Bijzondere bijstand te vergoeden. Mocht er een individuele situatie voorkomen waarin dit financieel niet haalbaar is, kan er op grond van de hardheidsclausule toch nog wel aanspraak op Bijzondere bijstand worden gedaan.

2.   De Wmo Clientenraad PV6 sluit zich aan bij de opvatting dat voor de overgrote meerderheid van burgers de kosten van bijvoorbeeld circa € 150 voor een rollator financieel haalbaar zijn omdat men die kosten meestal tijdig ziet aankomen en bovendien  een rollator van de thuiszorgwinkel maximaal 1 jaar in bruikleen kan worden verkregen. Ook zal in veel gevallen tegen een lagere prijs een tweede hands hulpmiddel verkrijgbaar zijn.

3.   Waar het nu omgaat is of in individuele gevallen waarin toch financiele ondersteuning in de vorm van het gehele bedrag of een deel ervan nodig blijkt, een beroep moet worden gedaan op de Wmo of de Bijzondere bijstand.

4.   In een brief van 8 oktober jl. van de demissionaire Minister van VWS, dr.A.Klink, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer stelt deze dat het nimmer de bedoeling is geweest dat de gemeente voorzieningen verstrekt die als ‘algemeen gebruikelijk’ worden beschouwd. Hij stelt dat anno 2010/2011 dit het geval is bij genoemde hulpmiddelen. Ondersteuning vanuit de Wmo komt volgens hem daarom te vervallen. Wel kan in voorkomende gevallen in bijzondere omstandigheden een beroep worden gedaan op de Bijzondere bijstand. De gemeenten zullen hiervoor een passende financiele compensatie ontvangen. Wij merken hierbij op dat afgewacht zal moeten worden of de nieuwe regering zijn besluit inclusief de passende financiele compensatie ongewijzigd over zal nemen.

5.   Ons bezwaar tegen dit voorstel is allereerst dat het nog maar de vraag is of deze hulpmiddelen als ‘algemeen gebruikelijk’ moeten worden beschouwd. Bovendien geeft de Wmo de individuele gemeenten grote beleidsvrijheid en is het nog maar de vraag of de Minister de Gemeente op deze wijze kan voorschrijven ook in bijzondere omstandigheden geen ondersteuning vanuit de Wmo te verstrekken.

6.   Als wij kunnen kiezen tussen ondersteuning vanuit de Wmo of vanuit de Bijzondere bijstand, adviseren wij u de weg van de Wmo te bewandelen. Voor veel ouderen en anderen is de Bijzondere bijstand niet iets waar men graag een beroep op zal willen doen. Bovendien zijn er bepalingen in de Bijzondere bijstand die in veel gevallen een te hoge drempel vormen. Bij de Wmo kan de gehele situatie van de betrokkene met minder regelgeving bekeken worden.

7.   Het is nog maar de vraag of het hier gaat om een relatief kleine groep mensen, die
      financiele ondersteuning op dit punt nodig hebben. Wij wijzen er op dat verstrekking van eenvoudige loophulpmiddelen ook vanuit de AWBZ geschrapt wordt. Dit heeft consequenties voor de groep bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen en RIBW’s, die aangewezen zijn op een karige zak- en kleedgeldregeling. Daar deze groep in een AWBZ voorziening verblijft, is het de vraag of zij een beroep kunnen doen op de Bijzondere bijstand. Als de regelgeving van de WWB dit onmogelijk maakt, blijft alleen een beroep op de WMO over.

8.   Mocht u wegens de financiele compensatie van het Rijk toch kiezen voor de weg van de Bijzondere bijstand, dan pleiten wij ervoor om voor personen die dan buiten de boot vallen toch de mogelijkheid open te laten een laatste beroep op de Wmo te doen. Wij willen gaarne voorkomen dat burgers wier uiteindelijke beroep op de Wmo categorisch wordt afgewezen vervolgens alleen via een procedure van Bezwaar en Beroep kunnen laten vaststellen of het Rijk en/of de Gemeente dat terecht hebben gedaan. Een dergelijke procedure kan jaren duren en is alleen al daarom voor de betrokkene een zeer onaantrekkelijke keus. Ook voor de Gemeente is dit een tijdrovende en kostbare weg die op de door ons voorgestelde wijze voorkomen kan worden.

Met vriendelijke groeten,

Martijn van Andel, waarnemend voorzitter, Cliëntenraad WMO Pv.6

donderdag 10 juni 2010

20100610-Inspraakbijdrage RIA van Aad Burger namens WMO Clientenraad PV6 over Voorjaarsnota 2010


Inspraakbijdrage van Aad Burger namens WMO Clientenraad PV6 over de Voorjaarsnota 2010 op de Raadsinformatieavond van 10 juni 2010.

Betreft: De gelden die de gemeente Utrecht van het Rijk heeft ontvangen als compensatie van de Pakketmaatregel AWBZ.


In onze bijdrage willen wij de volgende punten aan de orde stellen:

  1. Hoe kunnen we bereiken dat de gelden die de gemeente van het rijk heeft ontvangen om een deel van de gevolgen van de rijksbezuinigingen op de AWBZ op te vangen, voor 100% voor dit doel gebruikt worden?
  2. Welke inspanning dient door de gemeente en andere betrokkenen geleverd te worden om dit geld zinvol te besteden voor het doel waarvoor het is verstrekt?
  3. Hoe voorkomen we dat wegens onderbesteding door de gemeenten het rijk een deel van de gelden voor de WMO zal terugvorderen of bezuinigen op toekomstige uitkeringen?
  4. Hoe bereiken we dat het College aan de verschillende adviesraden in een vroeger stadium advies vraagt en niet pas nadat Voorjaarsnota en Programmabegroting zijn opgesteld?



  1. Zoals u weet heeft de toenmalige staatssecretaris Bussemaker op de AWBZ een bedrag van ruim 800 miljoen bezuinigd door lichte vormen van begeleiding te schrappen, de zogenaamde Pakketmaatregel. Van de gemeenten werd niet verwacht dit op te vangen tenzij het zou vallen onder de in een gemeente gangbare WMO verordening. Omdat dit extra kosten met zich mee zou brengen heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geeist dat het Rijk met extra geld over de brug zou komen. De gemeente Utrecht kreeg bijna 1,5 miljoen. Volgens de tot nu toe gevolgde WMO systematiek was dit geld niet geoormerkt. Maar niets verhindert de gemeente Utrecht dit bedrag zelf te oormerken en te besluiten dat dit geld voor 100% gebruikt zal worden als compensatie voor de schrijnendste gevolgen van de AWBZ bezuiniging. De gemeenten hebben zelf gesteld dat zij dit geld hard nodig zouden hebben, de getroffenen hebben er recht op. Utrecht slaat een figuur als modder als de gemeente nu stelt dat ze het geld niet goed kan gebruiken: voor 2010 maar voor 25%, in de jaren daarna voor 50%. Wij vragen u daarom de bedragen in de Voorjaarsnota te wijzigen in 100% of het bedrag in een apart reservefonds te storten dat alleen voor dit beoogde doel gebruikt kan worden.
  2. Het College komt tot deze lage percentages omdat het geen concrete mogelijkheden ziet het geld voor het beoogde doel uit te geven en dan komt het volgens de gewone regels toch weer in de Algemene Middelen terecht. Maar wat krijgen we nou? Eerst eisen de gemeenten extra geld van het rijk en dan zeggen ze dat ze het niet zinvol uit kunnen geven. Dat kan natuurlijk niet. Ik heb een simpeler uitleg: Door de frequente wisseling van portefeuilles bij het vorige College en het pas korte optreden van het nieuwe College is de hele aanpak vertraagd. Maar dat betekent wel dat de nieuwe wethouders verplicht zijn tot een extra inspanning op dit terrein en niet achterover mogen leunen met de vraag wie kan ons voorstellen doen over de besteding van de compensatiegelden. De gemeente zelf is verantwoordelijk, moet hier met alle kracht tegenaangaan en natuurlijk ook overleg plegen met alle betrokkenen. Maar de gemeente is als eerste aan zet en moet zijn ambtenaren opdracht geven – voor zover dat nog nodig zou zijn – om ondanks de vakantieperiode binnen een maand concrete projecten aan te dragen. Dan kan iedereen aan het werk en kan het geld voor 100% zinvol worden uitgegeven. De achterstand van de laatste zes maanden moet worden weggewerkt.
  3. Wij bepleiten dit ten bate van de betrokken mensen. Maar we willen ook voorkomen dat het Rijk kan vaststellen dat de gevraagde Compensatiegelden niet voor het beoogde doel worden besteed en het geld linksom of rechtsom zal korten op toekomstige WMO bedragen. Nu dreigt dit al te gebeuren met 200 miljoen ten laste van de rijksbijdragen voor huishoudelijke hulp omdat vele gemeenten het toegewezen bedrag achteraf gezien niet volledig hebben gebruikt.  Wij vragen u met dit onbedoelde risico ernstig rekening te houden.
  4. Ten slotte vragen wij het College voortaan in een veel eerder stadium aan de gemeentelijke adviesraden inclusief de WMO Clientenraad PV6 advies te vragen over wat in de Voorjaarsnota en de Begroting wordt voorgesteld. Nu opeens krijgen we te horen: komt u maar met concrete voorstellen voor de zinvolle besteding van de door het Rijk verstrekte gelden. Maar het College heeft intussen al besloten dat ze het geld niet zinvol kan gebruiken. Dat is voor onze Clientenraad onwerkbaar. Als u ons tijdig om advies had gevraagd hadden we u tijdig kunnen adviseren. Nu lopen we achter de feiten aan en moeten we halsoverkop met voorstellen komen. Gelukkig is iedereen nu wakker geschud. We doen ons best. Dinsdag heeft u al een rij voorstellen van de Utrechtse ouderenbonden, het COSBO, gekregen. Wij sluiten ons daar graag bij aan met als voorbeeld dat er extra begeleiding nodig is voor ouderen en met name oudere migranten en ouderen met beginnende dementie die nu tussen wal en schip terecht komen en die niet eens meer de kracht hebben dit formeel aan de gemeente te melden. U ontving ook al eerder een 10 punten plan van de Stichting Alzheimer: steeds meer ouderen krijgen te kampen met dementie.  Maar nogmaals de gemeente moet niet afwachten wat anderen voorstellen, zij moet zelf ondanks de vakantieperiode keihard aan het werk om de opgelopen vertraging in te halen. Wij wensen de gemeente veel succes toe en willen graag meedoen waar dat zinvol is. Het SOLGU en het COSBO kunnen vanavond niet aanwezig zijn, maar hebben mij verzocht u mee te delen dat zij het bovenstaande steunen.



A.R.Burger namens WMO Clientenraad PV6