Aantekeningen Wmo
2015
1. De gemeenteraad stelt periodiek een plan vast.
2. Het plan beschrijft de beleidsvoornemens inzake door het college te nemen
besluiten of te verrichten handelingen die erop gericht zijn:
d. algemene voorzieningen te bieden aan ingezetenen die maatschappelijke
ondersteuning behoeven;
e. maatwerkvoorzieningen te bieden ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en
participatie aan ingezetenen van de gemeente die daartoe op eigen kracht of met
hulp van personen uit hun sociale netwerk niet of onvoldoende in staat zijn;
De prestatievelden worden in de nieuwe wet afgeschaft. Voor Pv6 komt nu een individuele maatwerkvoorziening om mensen te ondersteunen in de participatie. (MvA 2013)
3.
Het plan is erop gericht dat:
a.
ingezetenen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven;b. personen die opvang ontvangen zo spoedig mogelijk weer in staat zijn zich op
eigen kracht te handhaven in de samenleving.
In punt 3 is het ‘Civil Society’ denken terug te vinden. (MvA 2013)
ondersteuning, zorg, jeugdhulp, onderwijs, werk en inkomen;
c. keuzemogelijkheden tussen aanbieders voor degenen aan wie een
maatwerkvoorziening wordt verstrekt, in het bijzonder voor kleine doelgroepen.
In dit punt wordt de keuzevrijheid van een individuele (maatwerk)voorziening vastgelegd.
Het artikel 2.3.5 punt 6 geeft naar mijn
(MvA) idee aan dat het College maatwerkvoorzieningen kan weigeren als iemand
aanspraak kan maken op een AWBZ voorziening. Dus als je vanwege een beperkingen
te duur bent om thuis te wonen, mag of moet je naar een kern-AWBZ instelling?
In artikel 2.3.6 wordt het PGB, of het Budget
geregeld. Indien de aanvrager dit wenst…
Wordt dit een puur vraaggerichte regeling of wordt dit ook nog aangeboden? (MvA
2013)
2. Vanwege doelmatigheid kunnen bepaalde (maatwerk)voorzieningen worden uitgesloten van een budget. Hier ontstaat zonder goede omschrijving een grote kans voor willekeur. (MvA 2013)
3.a. Personen kunnen een budget worden
geweigerd als zij hier niet goed mee om kunnen gaan.
Artikel 2.6.4
3. aanbesteding gebeurt niet enkel op
economisch meest voordelige inschrijving, maar ook op kwaliteit.
Artikel
7.7
Hierin staan de data waar de gemeente aan
gebonden is. (MvA 2013)1. De gemeenteraad stelt het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2, en de
verordening, bedoeld in de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6 en 2.6.5, vast voor
1 november van het kalenderjaar waarin enig artikel van deze wet in werking is
getreden.
2. Het college treft de algemene voorzieningen als bedoeld in de artikelen 2.2.3
tot en met 2.2.5 voor 1 november van het kalenderjaar waarin enig artikel van
deze wet in werking is getreden.
3. Het college draagt er zorg voor dat onderzoeken als bedoeld in artikel 2.3.2
kunnen worden uitgevoerd met ingang van 1 november van het kalenderjaar
waarin enig artikel van deze wet in werking is getreden en dat op aanvragen voor
een maatwerkvoorziening of een budget die worden gedaan voor de eerste dag
van het kalenderjaar na dat waarin enig artikel van deze wet in werking is
getreden, tijdig een besluit wordt genomen.
4. Het college publiceert voor het eerst voor 1 juli van het tweede kalenderjaar na
dat waarin enig artikel van deze wet in werking is getreden, de uitkomsten van
het in artikel 2.5.1, eerste lid, bedoelde onderzoek en verstrekt gelijktijdig de in
artikel 2.5.1, tweede lid, bedoelde gegevens aan Onze Minister of een door Onze
Minister aangewezen instelling.
5. Het college wijst voor de eerste dag van het kalenderjaar na dat waarin enig
artikel van deze wet in werking is getreden, personen aan die belast zijn met het
houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
Memorie van
toelichting H1-4
Met
dit wetsvoorstel wil de regering tegemoetkomen aan deze veranderde eisen, zodat
ook mensen
die
afhankelijk zijn van zorg en ondersteuning van de overheid, zo lang mogelijk in
hun eigenvertrouwde omgeving kunnen blijven en kunnen deelnemen aan de samenleving: kortom, kunnen
meedoen.
Mooi om dit als doel te hebben. Participeren aan de samenleving. (MvA 2013)
Op pag.2 derde alinea wordt aangegeven
waarom de regering de oude wet intrekt en kiest voor een nieuwe Wmo per 2015.
De hele kantelingsgedachte lijkt te duur en niet te zijn gelukt, waardoor het
noodzakelijk is om het vanuit de uitvoerende organisatie duidelijker vast te
leggen. (MvA 2013)
Op pagina 7 van Memorie van toelichting
worden de prestatievelden aangehaald.
In de Drechtsteden gaat het op pag.11 over
zorgaanbieder Aafje. Komt in de media voor als aanbieder die met preventief
ontslag werkt (augustus 2013).In 3.3 (p.16) wordt het gebruik van wederkerigheid als volgt beschreven: ‘De regering vindt het echter wel passend dat de gemeente de vraag naar de mogelijkheden in dit verband onderzoekt en met de burger bespreekt.’
Huishoudelijke
zorg is in dit wetsvoorstel een algemene voorziening (3.5). Onder het mom van
de inclusieve samenleving en het VN verdrag inzake de rechten van personen met
een handicap moeten gemeenten inzetten op een breed scala aan algemene
voorzieningen. Naast (informele?) huishoudelijke zorg hoort hier ook
bijvoorbeeld een klussendienst, een was-
en strijkservice , een maaltijdvoorziening of informele buurtzorg bij. Zou dit
Eigen kracht binnen de nieuwe eigen omgeving gaan heten? Doordat de gemeente de
huishoudelijk hulp nu aanmerkt als algemene voorziening, kan zij ook bepalen in
hoeverre deze voorziening aangeboden wordt en welke koste daaraan verbonden
zijn. Als het gebruik van huishoudelijke zorg onderdeel uitmaakt van de
maatschappelijke ondersteuning van een cliënt, zal de gemeente onderzoeken of
zo’n algemene voorziening ook geschikt is voor de ondersteuning van een
dergelijk individueel geval (MvA 2013). Anders moet er gedacht worden aan een
Maatwerkvoorziening.
De Individuele voorzieningen zijn terug te vinden in 3.6. Er wordt nu gesproken over een Maatwerkvoorziening. In het wetvoorstel is verankerd dat als ‘de burger’ ondanks zijn netwerk niet in staat is tot zelfredzaamheid of participatie, de gemeente hem ondersteunt.
Overigens worden deze voorzieningen nog meer gejuridiseerd. (Mva2013) Te lezen in de volgende alinea (p18):
De beslissing op de aanvraag is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Indien de cliënt het niet eens is met de inhoud of de onderbouwing van de beschikking, staat daartegen bezwaar bij de gemeente open en daarna beroep op de rechter; de reguliere bestuursrechtelijke rechtsgang.
3.7
laat een duidelijke inkadering van het (Persoonsgebonden) Budget zien. Om in
aanmerking te komen voor een Budget moet aan drie voorwaarden voldaan worden
(p20), die hieronder staan beschreven:
De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om voor een (persoonsgebonden) budget in
aanmerking te komen, zijn in het wetsvoorstel opgenomen. De eerste voorwaarde is dat het
college de aanvrager in staat acht de aan het budget verbonden taken en verplichtingen op een
verantwoorde wijze uit te voeren. Dit zal uit het onderzoek moeten blijken. De tweede voorwaarde
is dat de aanvrager zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening niet
geleverd wenst te krijgen door een aanbieder. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de door de
gemeente ingekochte ondersteuning onvoldoende flexibiliteit biedt om te kunnen participeren op de
arbeidsmarkt. De laatste wettelijke voorwaarde is dat naar het oordeel van het college
gewaarborgd is dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere diensten van goede
kwaliteit zijn.
3.8
gaat over opvang.
3.9 over de inlichtingenplicht3.10 .1 over eigen bijdrage naar draagkracht. Hier staat de wettelijke 8% bijtelling van het vermogen ook beschreven.
In
Hoofdstuk 4 is de informele zorg terug te vinden. De mantelzorg dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten