vrijdag 10 mei 2013

Ongevraagd advies CR aan College over tegenprestatie/wederkerigheid in WMO

Geacht College,

In de laatste vergadering van de Cliëntenraad Wmo Pv6 (CR) van woensdag 1 mei 2013, hebben wij ons gebogen over de commissiebrief die u op 5 maart heeft gezonden aan de Commissie Mens en Samenleving over Invulling tegenprestatie/wederkerigheid. Op de Raadsinformatieavond van 9 april 2013 heb ik als voorzitter van de CR over deze brief ingesproken. Daarnaast hebben wij in de vergadering van 1 mei een toelichting van ambtelijke zijde op de brief gekregen. Dit alles heeft geleid tot het volgende advies.

Het is ons opgevallen dat uw invalshoek de Wet Werk en Bijstand is, maar dat u – bijna terloops – ook de WMO-voorzieningen aan de orde stelt. Wij betreuren het dat u hierover niet van tevoren advies aan onze Cliëntenraad heeft gevraagd zoals in de betreffende WMO-verordening is bepaald.

In punt 6 van de brief schrijft u: ‘We gaan uit van maatwerk en zorgvuldigheid; de basis is de compensatieplicht in de WMO. Omdat deze aanpak zorgvuldigheid vereist, willen we in de praktijk, via pilots, ervaring opdoen.’ Volgens ons eist de zorgvuldigheid echter dat eerst wordt nagegaan of in de WMO sprake is van een tegenprestatie en wederkerigheid. Volgens ons is dit niet het geval. Bij de WMO is sprake van een compensatieplicht waarbij u de rechtmatigheid van (aan)vragen van burgers moet beoordelen zoals u schrijft bij uw Uitgangspunten. Deze beoordeling moet individueel plaatsvinden. Daarna moet worden nagegaan of de gevraagde voorzieningen nodig zijn om de in de WMO beoogde participatie te voorzien. Als die voorzieningen niet nodig zijn, moeten ze niet verstrekt worden.

Als tegenprestatie kan de gemeente een eigen bijdrage vragen. Vervolgens zal het CAK met in achtneming van de draagkracht op grond van inkomen en binnenkort ook van vermogen, de eigen bijdrage vaststellen en innen. De Cliëntenraad Wmo Pv6 wil onderstrepen dat volgens uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van een andere tegenprestatie of beperking geen sprake kan zijn. Volgens ons is daarom uw voornemen in strijd met de juridische en beleidsmatige kanten van de WMO. Wij adviseren u zich aan de wet te houden en menen dat het in de praktijk ervaring op doen bij wederkerigheid of tegenprestatie via pilots wat betreft de WMO-voorzieningen daarmee in strijd is. Wij verzoeken u daarom uw aangekondigde beleid op dit punt te herzien.

Bij de Uitgangspunten in uw brief schrijft u: ‘Deze rechtmatigheidbeoordeling gaat vooraf aan de hieronder uitgesproken uitgangspunten. Het onderwerp van rechtmatigheid en handhaving laten we in deze brief verder buiten beschouwing.’ Het betreft hier de (aan)vragen van burgers. Het gaat volgens uw brief vooraf aan de invulling van tegenprestatie of wederkerigheid. Op het punt van de beoordeling van aanvragen van burgers van WMO-voorzieningen is de vraag of voorzieningen nodig zijn om de participatie-achterstand van de betrokkenen te compenseren van enig en essentieel belang. In dat licht zou u een variant op uitgangspunt 5 aan uw Uitgangspunten kunnen toevoegen: ‘Waar nodig zullen wij specifiek aandacht besteden aan klantgroepen die wel actief willen zijn, maar dat niet (zelfstandig) kúnnen.’

Helaas is ons bij herhaling gebleken dat voor de aangekondigde keukentafelgesprekken hierover, waarbij de beoogde participatie echt aan de orde kan komen, in veel gevallen geen tijd en geld is. Wij hebben u daarover al eerder vragen gesteld en geadviseerd. Het bevorderen van  participatie (dat het doel is van de aangevraagde voorzieningen) is volgens ons iets geheel anders dan de door u aangekondigde tegenprestatie en wederkerigheid. Participatiebevordering is een onderdeel van de WMO waaraan ook in de gemeente Utrecht vaak (te) weinig aandacht wordt besteed. Wederkerigheid binnen de WMO is wat de CR betreft een element dat hier niet in thuishoort. In plaats daarvan verwachten we een attitude zoals geformuleerd in het extra uitgangspunt.

Wij zien uw inhoudelijke reactie tegemoet en danken u hier voor.

Hoogachtend namens de Cliëntenraad Wmo Pv6,
Martijn van Andel, voorzitter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten