woensdag 31 oktober 2012
Regeerakkoord Rutte II
Op de site van de CG-raad (zie link) vindt u veel informatie over het Regeerakkoord en de mogelijke gevolgen voor mensen met een chronische ziekte of handicap.
woensdag 24 oktober 2012
Cliëntenraad Wmo op Bingo FM!

dinsdag 9 oktober 2012
Advies Verordening voorzieningen Wmo 2013
In de Verordening Wmo Pv6 zaten vanaf januari 2012 fouten die met een technische aanpassing (zie link) gerepareerd zullen worden. Het advies van de Cliëntenraad Wmo Pv6 is als volgt:
9 oktober 2012
Advies
van de Cliëntenraad Wmo Pv6, n.a.v. het voorstel de Verordening voorzieningen Wmo 2013 vast te stellen:
Wat
de technische wijziging van de verordening betreft, zijn wij na lezing van de stukken in het algemeen
akkoord. In de eerste alinea wordt verwezen naar het schrappen van de
collectieve inkomensgrens (bij de vervoersvoorzieningen). Dat is op dit moment
een technische wijziging omdat al eerder begin dit jaar op grond van een
uitspraak van de Centrale Raad van Beroep het beleid van de gemeente Utrecht
was aangepast (zoals de CR had geadviseerd).
Onlangs
is hierover een nieuwe landelijke discussie ontstaan omdat de CG-raad na
onderzoek meldde dat de meerderheid van de gemeenten (waaronder Utrecht) de
tekst van de verordening nog niet had gewijzigd en de CG-raad klachten kreeg
dat in sommige gemeenten de inkomensgrens nog zou worden toegepast. De VNG
antwoordde dat de meeste gemeenten wel het beleid hadden gewijzigd (waaronder
Utrecht) en dat het wel mee viel. De CG-raad wees er ook op dat wanneer iemand
bij wie de inkomensgrens ten onrechte wel is gehanteerd, bezwaar en beroep wil
instellen, hij/zij in de problemen komt als de tekst van de verordening nog
niet is gewijzigd. De betreffende minister heeft er intussen sterk op
aangedrongen dat gemeenten snel hun verordening aanpassen. Een en ander speelt
een veel grotere rol bij gemeenten als Maastricht waar bij alle/veel meer
Wmo-voorzieningen een inkomensgrens werd gehanteerd.
Verder
blijkt in de praktijk dat mensen en gemeenten soms moeilijk onderscheid kunnen
maken tussen het hanteren van een collectieve inkomensgrens (wat volgens de wet
niet is toegestaan) en het hanteren van een eigen bijdrage waarbij het inkomen
een belangrijke rol speelt en die door het CAK wordt berekend. Bij dit laatste
speelt de hoogte van het inkomen en de draagkracht een rol.
Wat
Artikel 12 betreft, lezen wij dat het woord "Het gesprek" wordt
gebruikt. Het "Keukentafelgesprek" wordt niet genoemd, wel als derde
mogelijkheid een gesprek "bij de belanghebbende thuis". In Artikel
11, lid 2b staat: geen gesprek vindt plaats: "Als alle feiten en
omstandigheden van de belanghebbende bij de gemeente al bekend zijn en ook de
burger geen behoefte heeft aan een gesprek." De vraag is hoe dit in de
praktijk werkt. Hoe weet de gemeente dat "alle feiten en
omstandigheden" al bekend zijn terwijl die voortdurend kunnen veranderen?
En wie heeft het laatste woord? Uit de tekst kan je opmaken dat er een gesprek
dient plaats te vinden als de burger zegt er behoefte aan te hebben. Maar werkt
het in de praktijk ook zo en weten de betrokkenen dit? En zoals we eerder
hebben gevraagd: het zou verhelderend zijn als de gemeente cijfermatig bijhoudt
hoeveel gesprekken telefonisch plaatsvinden, hoeveel in het Wmo-loket en hoeveel
bij de belanghebbende thuis en ons daarover informeert.
Wat
de nu voorliggende tekst betreft hebben wij verder geen opmerkingen behalve een
heel kleine, dat in artikel 21 Evaluatie achter Wmo Cliëntenraad: PV6 zou
kunnen worden ingevoegd.
Namens
de Cliëntenraad Wmo Pv6, Martijn
van Andel
dinsdag 11 september 2012
Inspraak op RIA van 11 sept. 2012
De gemeenteraad vroeg op de Raadsinformatieavond van 11 september 2012 de mening over Agenda 22: 2012-2018. Hieronder de inspreeksteksten van de CR en het Cosbo. Het Platform GGz was ook aanwezig en wilde naast de aandacht voor fysieke beperkingen de raad informeren over psychische beperkingen.
Spreektekst Cliëntenraad Wmo Pv6:
Geachte
dames en heren,
2. In
het plan wordt vooral gepleit voor de toegankelijkheid van openbare gebouwen.
Dat is inderdaad absoluut nodig. Maar in aanvulling daarop vragen wij aandacht
voor het feit dat het leven van de meeste mensen niet hoofdzakelijk in openbare
gebouwen plaats vindt – al is dat misschien wel zo voor leden van het college
en de gemeenteraad en sommige ambtenaren. Ik wijs er nog even op dat zelfs dit
stadhuis, openbaar gebouw nummer 1, wat betreft de Raadzaal en de
vergaderkamers in het sous-terrain zonder toilet, nog steeds niet aan de
toegankelijkheidseisen voldoen!
Spreektekst Cliëntenraad Wmo Pv6:
Geachte raadsleden en toehoorders in deze zaal,
De Cliëntenraad Wmo Pv6 is blij met het Plan Agenda
22 2012-2018. Er is duidelijk samengewerkt met de belangenorganisaties om van
Utrecht een toegankelijke stad te maken.
De Cliëntenraad wil graag haar complimenten
uitspreken over het feit dat de gemeente wil voorkomen dat mensen met een
beperking geïnvalideerd worden. Hier raken we ook direct de kern van Agenda 22.
Alle gewone dingen moeten zo zijn dat iedereen er gebruik van kan maken. Met en
zonder beperking.
Het verbaasd ons dan ook dat er maar een begrensd
aantal (350) bushaltes toegankelijk gemaakt worden in de stad. Waarom niet álle
bushaltes? Het is toch vervelend als je met je rolstoel in bijvoorbeeld Langerak
Leidsche Rijn jezelf eerst naar de halte verplaatst om je vervolgens nog 500 meter extra te
verplaatsen voor een toegankelijke bushalte. (Bron: bru.haltescan.nl) Dan
blijkt ‘normaal’ de bus pakken wel heel erg relatief. De kans dat iemand met
een beperking dan gebruik maakt van de regiotaxi om de extra inspanning te kunnen
vermijden wordt natuurlijk veel groter. Ook een beroep moeten doen op een
individuele voorziening als bijvoorbeeld de regiotaxi maakt de kans op invalidering
alleen maar groter. In het kader van Meedoen naar Vermogen en Eigen Kracht is dat natuurlijk zeer onwenselijk. Net als
het wachten tot 2030 voordat alle haltes zijn aangepast.
De Cliëntenraad Wmo Individuele voorzieningen sluit
graag positief af en ziet dat het Plan Agenda 22 2012-2018 veelbelovend is voor
de toegankelijkheid in en toekomst van de stad Utrecht.
Spreektekst Cosbo:
1.Namens de ouderenbonden verenigd in COSBO-stad Utrecht wil
ik allereerst veel waardering uitspreken voor het plan ‘Agenda 22 2012-2018’ Agenda 22 zet zich
versterkt in met bijna 100 actiepunten. Zij gaan over fysieke toegankelijkheid
maar met extra aandacht voor mensen met een verstandelijke of langdurig psychische
beperking.
3. Verder moet ook de toegankelijkheid gewaarborgd worden
van gebouwen die door de gemeente gebruikt worden voor inspraak en overleg met
de bewoners zoals gebouwen van welzijnsinstellingen, scholen, kerken,
vergadercentra; die zijn soms niet of slecht toegankelijk. Niet-toegankelijke
gebouwen moeten niet gehuurd worden.
4. Toegankelijkheid moet ook een voorwaarde zijn voor door
de gemeente gesubsidieerde instellingen. Het COSBO-kantoor en de vergaderruimte
daar is goed toegankelijk, maar dat is nog steeds niet overal goed geregeld. In
het plan wordt daarvoor aandacht gevraagd, maar dat blijkt onvoldoende
resultaat op te leveren. Stikte regels en handhaving daarvan zijn nodig.
5. Een niet onbelangrijk deel van het leven brengen mensen
door in horeca-gelegenheden. Er is horeca dat goed toegankelijk is, maar onder
meer uit de artikelen in het Algemeen Dagblad blijkt dat veel horeca niet
toegankelijk is of geen aangepaste toiletvoorzieningen heeft. We beseffen dat
dit soms niet gemakkelijk te realiseren is, maar krijgen de indruk dat ook bij
verbouwingen en nieuwbouw goede toegankelijkheid en toiletten onvoldoende
worden voorgeschreven + uitgevoerd. Kan ook de horeca zelf hier actiever
optreden?
6. Als we Utrecht toegankelijk willen maken en dat is de
titel van deze bijeenkomst, dan moet in het verlengde van het Agenda 22 plan
nog veel meer werk worden verzet. Nu de gemeente hoopt de Paralympics voor
jeugd 2013 te organiseren moet dan een extra impuls zijn. Ik hoop dat de
toegankelijkheid van Utrecht dezelfde aandacht en publiciteit krijgt als de
vervuiling door asbestvezels de laatste tijd heeft gehad.
Aad Burger, namens de ouderenbonden COSBO-stad Utrecht
woensdag 22 augustus 2012
Inbreng CR bij Wmo-platform
De Cliëntenraad Wmo werd door het platform Wmo uitgenodigd om een vergadering bij te wonen. Klik op link voor meer info over Platform.
Geacht platform,
De Cliëntenraad Wmo Prestatieveld 6 is blij met de uitnodiging van het
platform om nader kennis te maken.
De CR Pv6 adviseert gevraagd en ongevraagd het college aangaande
individuele voorzieningen (Pv6). De CR bestaat uit zeven vertegenwoordigers van
organisaties; waaronder het Cosbo, Federatie van Ouderverenigingen VG-sector,
Platform GGZ en bijv. Steunpunt Mantelzorg. Daarnaast zitten ook vijf cliënten
van de Wmo in de CR. Aad Burger is namens het Cosbo hier aanwezig.
Om deze kennismaking vlot te laten verlopen, willen we het met u hebben
over het keukentafelgesprek, of zoals het nu al genoemd wordt, het huiskamergesprek
vanuit de Wmo.
Bij de Transitiebijeenkomst Meedoen naar Vermogen zijn verscheidene
casus behandeld. Bijvoorbeeld vanuit de ouderenzorg of de GGZ-sector. Bij alle
gevallen staat een goede communicatie met de cliënt op de eerste plaats. De
pilots met de buurtteams in Ondiep en Overvecht moeten bijdragen aan een
verbeterde communicatie tussen cliënt en hulpverleners en zo de aanpak voor de
cliënt en hulpverlener helder te krijgen.
Als het gaat om de individuele voorzieningen zou het huiskamergesprek de
schriftelijke en telefonische indicaties gaan vervangen. Hierdoor wordt de
(hulpmiddelen)vraag van een cliënt beter in beeld gebracht. Doordat het gesprek
plaatsvindt in de leefomgeving van de cliënt zelf kan een nauwkeurig beeld
worden geschetst van de hulpvraag.
Ons bereiken nu duidelijke signalen dat de indicatie vooral telefonisch
of via een zorgloket gaan. Het gevaar van over- of onderindicatie en het missen
van een vraag achter de vraag zal hierdoor blijven bestaan. De vraag is hier
ook of bijvoorbeeld een buurtteam een indicatie mag stellen voor hulpmiddelen
of dat er altijd nog een additioneel gesprek op moet volgen?
Graag horen wij uw mening hierover.
donderdag 21 juni 2012
20120619-RIA inspraak CR én reactie raad
Raadsinformatieavond 19/6/2012
Inspraaktekst Aad Burger, Clientenraad Wmo Pv6
Geachte raadsleden en toehoorders,
Mede namens de voorzitter van de Clientenraad die eerder van
plan was vanavond in te spreken, vraag ik uw aandacht voor het volgende:
De decentralisatie van de AWBZ zal zoals u weet nog geen
doorgang vinden in 2013. Dit overgangsjaar zal als pilotjaar door de gemeente
worden gebruikt. De vernieuwing van het aanbod komt soms uit geoormerkte
budgetten.
In bijlage 2 van de Voorjaarsnota, pagina 56, lezen we een
structurele verlaging van de reservering voor de pakketmaatregel AWBZ. Heeft
dit te maken met de gekozen visie van het ‘Meedoen naar vermogen’, zoals dit in
de nota staat beschreven? Is hierbij rekening gehouden met een verwachte toename
van clienten van 23 procent die ook worden genoemd?
De Clientenraad Wmo Pv6 realiseert zich dat een
voorjaarsnota maken in de huidige onduidelijke tijd geen sinecure is. Maar
vorig jaar hebben raad en college ingestemd met het reserveren van de van het
Rijk ontvangen AWBZ-compensatiegelden in een AWBZ-fonds. De Clientenraad is
verheugd dat deze geoormerkte budgetten voor de pakketmaatregel worden gebruikt
om de te verwachte problematiek aan te pakken. Wij vragen ons wel af, of een
structurele verlaging van de reservering juist is. Deze verlaging wordt in de
nota niet met argumenten onderbouwd. Wilt u daar nog eens goed naar kijken?
Voorzitter: Heeft een van de raadsleden hierover iets te
vragen?
vrijdag 20 april 2012
Ingezonden brief Zorg&Welzijn voorjaar 2012
Dit is de complete tekst van de ingezonden brief van Aad Burger naar het blad Zorg&Welzijn.
door Aad Burger
Wmo: bij de eigen bijdragen geldt draagkracht en geen “botte”
inkomensgrens
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelde op 18 januari
2012 (LJN:BV1309) expliciet dat een gemeente in haar verordening geen
inkomenstoets mag opnemen en alleen de wettelijke eigenbijdrageregeling. Voor
de burger met een middeninkomen maakt dat veel uit.
door Aad Burger
Het artikel van Hans Gorissen in het nummer van 6 april 2012
is een beetje ingehaald door een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep
(CRvB) van 18 januari 2012. Daarin wordt de uitspraak van 19 december 2011
bevestigd, maar ook gespecificeerd ten aanzien van het in natura verstrekken
van Wmo-voorzieningen. Een inkomensgrens zoals sommige gemeenten hanteren,
wordt uitdrukkelijk afgewezen.
Voor Utrecht was dit van veel belang omdat de gemeente bij
de tarieven voor de Regiotaxi per 1 januari 2012 een inkomensgrens van 150%
procent van de toepasselijke bijstandsnorm hanteerde. Het Bestuur Regio Utrecht
(BRU) dat de Regiotaxi regelt had zijn vrije tarief per die datum fors verhoogd
naar €3,90 (instappen en 1 zone) zodat een korte enkele reis € 7,80 ging
kosten. De gemeente Utrecht gaf de mensen met een beperking (Wmo-indicatie) en
een laag inkomen een flinke korting: zij hoefden maar 2 maal 50 cent te
betalen: € 1,00. Maar “vrije reizigers” EN mensen met een beperking die een
verzamelinkomen boven de 150% grens hadden (belastingaangifte 2010) moesten €
7,80 gaan betalen (en voor elke zone extra € 3,90 meer). Dit leidde tot protest
en mensen bleven vaker thuis. Het gebruik van de Regiotaxi bij deze mensen liep
met meer dan 50% terug, van participatie in het maatschappelijk leven kwam
minder terecht, chauffeurs meldden dat een aantal van hen binnenkort ontslagen
zou worden.
De uitspraken van de
CRvB kwamen als geroepen. De Clientenraad Wmo PV6 adviseerde het College van
Burgemeester en wethouders per omgaande het hoge tarief voor Wmo-geindiceerden
te schrappen. En dat heeft de gemeente ook direct gedaan.
Het wel toegestane hanteren van een eigen bijdrage voor een
vervoersvoorziening als de Regiotaxi is technisch niet eenvoudig. Maar in elk
geval wordt dan rekening gehouden met de draagkracht en de andere eigen
bijdragen die de betreffende persoon in het kader van de Wmo (en AWBZ) al
betaalt. De berekening van de eigen bijdrage en de draagkracht is bovendien
geen zaak van de individuele gemeenten. In artikel 16 Wmo is het CAK aangewezen
als de instantie om de Eigen Bijdrage vast te stellen en te innen. Daarbij
hanteert het CAK een Rijksregeling met als componenten een Minimaal deel,
Inkomensafhankelijk deel, daarover 33% Wtcg korting. Als eenmaal het
draagkracht-plafond van de betreffende persoon is bereikt, worden verdere eigen
bijdragen niet meer in rekening gebracht.
Voor mensen met een middeninkomen zal dit vaak (veel)
gunstiger uitpakken dan wanneer de “botte bijl” van een inkomensgrens wordt
gehanteerd. Bij dat laatste moet bijvoorbeeld een alleenstaande 65+-er met een
verzamelinkomen boven € 16.007 per jaar evenveel gaan betalen dan
leeftijdgenoten met een inkomen van bijvoorbeeld € 20.000/30.000/40.000 –
100.000 enz.
De uitspraak van de CRvB van 18 januari 2012 moet bij alle
gemeenten ertoe leiden dat de inkomensgrens per omgaande wordt afgeschaft. De
rechtsgrond ontbreekt. Laten alle gemeenten het goede voorbeeld van Utrecht
volgen. Wachten op een formele wijziging van de betreffende gemeentelijke
verordening is beslist niet toegestaan en zal tot schadeclaims en onnodige
kosten leiden.
Aad Burger is namens
de ouderenbonden in de stad Utrecht (COSBO) lid van de gemeentelijke
Cliëntenraad Wmo PV6 (voorzieningen).
Abonneren op:
Posts (Atom)