dinsdag 28 mei 2013

RIA 28 mei 2013 Voorjaarsnota

Inspraaktekst CR Wmo Pv6, VJN 2013                                               

Elevatorpitch
Graag nodig ik u uit om met mij te spreken over de invulling van het overschot op de Wmo. De 3,36 miljoen van dit overschot vormt een mooi uitgangspunt voor bijvoorbeeld een participatiefonds. Hiermee kan vervoer geregeld worden, dat voor organisaties   en vrijwilligers met een ernstige beperking, te duur is. Met een steuntje in de rug je eigen kracht ontwikkelen noemen we dat dan.

Daarnaast leven er ook nog wat vragen over de 15 miljoen die het rijk in de gemeentekas stort om de extra vraag naar Huishoudelijke verzorging op te vangen. Is dit geld geoormerkt? De CR gaat er vanuit dat deze nieuwe groep aanvragers ook kunnen kiezen voor een pgb. Of heeft de CR dat verkeerd begrepen?

Met zoveel vragen nodig ik u nogmaals uit om hierover te komen praten.

Tekst
De Cliëntenraad Wmo Pv6 werd in alinea 3.4.6 verrast door een incidenteel voordeel op de Wmo-gelden. Bestudering van de verantwoording 2012 laat in de subdoelstelling Zelfredzaamheid (1.2) zien dat er een overschot op het budget is gecreëerd van 3,36 miljoen euro. De flinke besparingen op de inkoop van hulpmiddelen en de hogere eigen bijdrage hierop zijn hier onder andere de oorzaak van.

Kan dit geld niet gebruikt worden voor participatiedoeleinden binnen de Wmo?  Een eerder idee van de CR is een vervoersvoorziening voor complexe rolstoelvervoer naar vrijwilligerswerk. Zulk vervoer is te duur voor de vrijwilliger om te betalen en voor organisaties om dit te vergoeden. Toch wil de vrijwilliger in zijn eigen kracht staan en talenten ontwikkelen om zo een bijdrage te leveren aan de Utrechtse samenleving.

Daarnaast is ook te denken aan een vervoersvergoeding mét een verantwoording. Door de verantwoording krijgt de verspilling van dergelijke gelden geen kans. De mogelijkheid tot participatie wordt hiermee alleen maar groter. Vrijwilligerswerk, sportclub of een zinnige dagbesteding. Laten we dit nú regelen en niet wachten tot in december als er mogelijk AWBZ-compensatiegelden overblijven.

Dan is er nog de 15 miljoen euro die het rijk in het gemeentefonds stort (te vinden in Bijlagen , 5.1) om de extra aanvragen voor Huishoudelijke verzorging van de extramuralisatie van mensen met lage zorgzwaartepakketten op te vangen. Weet de gemeente of dit geld geoormerkt is? Voor deze nieuwe groep gebruikers van de Wmo gaat de CR ervan uit dat zij gewoon gebruik kunnen maken van het Persoonsgebonden Budget. Als de raad daar anders over denkt, horen wij dat graag.

Tot zover de inbreng van de Cliëntenraad Wmo Individuele voorzieningen.

donderdag 23 mei 2013

CIE verslag 23 mei 2013

De agenda en stukken van deze commissievergadering Mens en Samenleving op donderdagmiddag 23 mei zijn hier. Dit verslag gaat over agendapunt 19+20 en 22.

De drie decentralisaties

- Mw. Hamid (GL) is blij met de aanpak van Vernieuwend Welzijn en de daarbij horende ontschotting. GL zou de participatie liever meer terugzien in het dossier Meedoen naar Vermogen. Qua visie moet het duidelijker. Liever één kadernota dan drie.
- Dhr. Smits (CDA) vraagt naar de synergie van het vervoer en van het indiceren. In de regio-aanpak mag Utrecht geen eilandje worden. Niet te strenge fraudeaanpak, geef mensen meer vertrouwen. Inzake de participatiewet is de vraag wat er gebeurt met het SW-bedrijf? Hoe zit het met de Jeugdzorg aanbieders? En de aanpak van de Langdurige Zorg? Hoeveel huizen moeten er sluiten aan de hand van deze aanpak? Hoe pakt de wethouder de ouderenopvang op?
- Dhr. Dijk (VVD) is het eens met de aanpak van de drie aparte dossiers. Bij het dossier AWBZ moeten we niet de bestaande pakketten met 25% korten, maar moeten er nieuwe, integrale pakketten worden gemaakt.
Wat is het effect van uitstel op de aanbesteding?
Hoe gaan we het PGB inzetten? Gaan we dit volgen? Of gaan we vouchers gebruiken?
- Dhr. Koopmans (PvdA) vraagt zich af hoe de aanpak van de nieuwe HbH is? Hoe is de buurtaanpak geregeld? Ditzelfde geldt voor het passend onderwijs.
- Mw. Baş (D66): Waar spreken we over? De kaders zijun nog niet bekend. De drie decentralisaties moeten een integraal beleid worden. De inslag voor D66 is de zelfredzaamheid van mensen. Gaat het College verder met de keukentafelgesprekken? Hoe wordt de HbH bezuiniging aangepakt? Welke onduidelijkheden zijn er binnen de Wmo? Wie heeft de verantwoording van de Persoonlijk verzorgingsaanpak?
Samenvattend:      1. De drie decentralisaties integraal aanpakken.
                            2. De verantwoording goed regelen.
                            3. Let op de Mantelzorgers en vrijwilligers.
- Mw. Van Gemert (SP) vindt dat het allemaal wel wat scherper kan. Ook wat duidelijker. We moeten vooruit, dus duidelijk aanpakken. Heeft het College een idee over de Persoonlijke verzorging? Hoe wordt het PGB aan gepakt?
- Mw. Peetoom (LU) vraagt om een integrale aanpak van de drie dossiers.
[int. Dhr. Smit: het blijft een bezuiniging. Mw. Peetoom ziet hier kansen uitkomen]
- Dhr. Van Ooijen (CU) de CU is al blij dat we het over basisnotities hebben. D66 vraagt zich af of de CU geen veranderingen heeft gezien de afgelopen tijd? De CU wil een basisnotitie Eigen Kracht, die als leidraad de Eigen Regie heeft. Kan de Eigen Kracht opgenomen worden in de buurtteams?
- Volgens mw. Hamid zijn de grote fracties het wel met elkaar eens.

Wethouder Everhardt: Belooft dat er diepgang in de kadernota zal zitten. Deze weg wordt zo bewandeld, omdat het onderwerp in het najaar anders veel te groot is.
De SP vraagt waarom er niet wordt doorgepakt? De wethouder antwoordt dat de financiering vanuit Den Haag nog niet rond is. De inhoudelijke- en uitvoeringsinstanties zijn al betrokken bij het proces (bijv. Handje Helpen in Overvecht). De wethouder is voorstander van de verschillende buurtteams (jeugd en sociaal) en is zich bewust dat er maar één voordeur is voor de teams. De verschillende teams moeten met één aanpak verder. Bij de kadernota worden de details besproken.
Vraag aan Den Haag: Hoe wordt het PGB in de wet opgenomen? Het College wil graag het PGB gebruiken als middel.
De synergie tussen de decentralisaties zullen in de kadernota duidelijk worden. Het PGB en de kan-bepaling (?) blijven onduidelijk. Over twee jaar valt de medische zorg onder de zorgverzekeringswet.
De kadernota komt in juni naar de raad.

Wethouder Spigt: behandeld de jeugdtransitie en de participatiewet. Het SW-dossier blijft voorlopig hetzelfde. Van de zomer wordt het SW-dossier ingepast in het participatiewetdossier. Het College praat voor de zomer over de kaders van het UW-bedrijf.
De arbeidsregio’s zijn andere dan die van de jeugdzorg.
De persoonlijke verzorging zal NIET onder Pv6 vallen als uitbreiding van de HbH.
 
Registratie keukentafelgesprekken

- De SP (Mw. Van Gemert) is ‘verbaasd’ over een pilot keukentafelgesprekken.
- Het CDA (Dhr. Smit) heeft het gevoel dat het om een moetje betreft als het om de keukentafelgesprekken gaat. De pilot was om bij ouderen meer persoonlijk aanwezig te zijn.
- Mw. Baş (D66) spreekt verbazing uit over de commissiebrief. In de motie werd de term ‘Indicatie op locatie’ gebruikt. D66 denkt dat het loont om het zo uit te voeren. Gevaar is dat de buurtteams, ouderen- en Wmoconsulenten niet meer integraal werken. Hoe gaat de wethouder de meerwaarde van de keukentafelgesprekken onderzoeken?
- Aanvulling van Mw. Hamid (GL) is dat het gesprek ook goed is voor de kwetsbare groepen.

Wethouder Spigt: De pilots zijn in gang gezet om geen selectie binnen de groep toe te passen. Er wordt gekeken wat voor gevallen er boven tafel komen en of er een vraag achter de vraag is. In de pilots werd duidelijk dat het contact met de mensen een goede3 wijze is om veel informatie te vergaren.
Vanuit de buurteams krijg je ook meerdere signalen die tot een keukentafelgesprek kunnen leiden.
Als er bij Werk & Inkomen na een telefoongesprek van een uur nog  twijfel is, gaat men langs. De Wijk Welzijns Organisaties kunnen ook een ‘eigen’ kring rondom de cliënt vormen.

Mw. Baş vraagt of de wethouder zo integraal mogelijk wil werken? Eén klant, één contactpersoon, één plan?
De wethouder antwoord: Jazéker!

vrijdag 10 mei 2013

Ongevraagd advies CR aan College over tegenprestatie/wederkerigheid in WMO

Geacht College,

In de laatste vergadering van de Cliëntenraad Wmo Pv6 (CR) van woensdag 1 mei 2013, hebben wij ons gebogen over de commissiebrief die u op 5 maart heeft gezonden aan de Commissie Mens en Samenleving over Invulling tegenprestatie/wederkerigheid. Op de Raadsinformatieavond van 9 april 2013 heb ik als voorzitter van de CR over deze brief ingesproken. Daarnaast hebben wij in de vergadering van 1 mei een toelichting van ambtelijke zijde op de brief gekregen. Dit alles heeft geleid tot het volgende advies.

Het is ons opgevallen dat uw invalshoek de Wet Werk en Bijstand is, maar dat u – bijna terloops – ook de WMO-voorzieningen aan de orde stelt. Wij betreuren het dat u hierover niet van tevoren advies aan onze Cliëntenraad heeft gevraagd zoals in de betreffende WMO-verordening is bepaald.

In punt 6 van de brief schrijft u: ‘We gaan uit van maatwerk en zorgvuldigheid; de basis is de compensatieplicht in de WMO. Omdat deze aanpak zorgvuldigheid vereist, willen we in de praktijk, via pilots, ervaring opdoen.’ Volgens ons eist de zorgvuldigheid echter dat eerst wordt nagegaan of in de WMO sprake is van een tegenprestatie en wederkerigheid. Volgens ons is dit niet het geval. Bij de WMO is sprake van een compensatieplicht waarbij u de rechtmatigheid van (aan)vragen van burgers moet beoordelen zoals u schrijft bij uw Uitgangspunten. Deze beoordeling moet individueel plaatsvinden. Daarna moet worden nagegaan of de gevraagde voorzieningen nodig zijn om de in de WMO beoogde participatie te voorzien. Als die voorzieningen niet nodig zijn, moeten ze niet verstrekt worden.

Als tegenprestatie kan de gemeente een eigen bijdrage vragen. Vervolgens zal het CAK met in achtneming van de draagkracht op grond van inkomen en binnenkort ook van vermogen, de eigen bijdrage vaststellen en innen. De Cliëntenraad Wmo Pv6 wil onderstrepen dat volgens uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van een andere tegenprestatie of beperking geen sprake kan zijn. Volgens ons is daarom uw voornemen in strijd met de juridische en beleidsmatige kanten van de WMO. Wij adviseren u zich aan de wet te houden en menen dat het in de praktijk ervaring op doen bij wederkerigheid of tegenprestatie via pilots wat betreft de WMO-voorzieningen daarmee in strijd is. Wij verzoeken u daarom uw aangekondigde beleid op dit punt te herzien.

Bij de Uitgangspunten in uw brief schrijft u: ‘Deze rechtmatigheidbeoordeling gaat vooraf aan de hieronder uitgesproken uitgangspunten. Het onderwerp van rechtmatigheid en handhaving laten we in deze brief verder buiten beschouwing.’ Het betreft hier de (aan)vragen van burgers. Het gaat volgens uw brief vooraf aan de invulling van tegenprestatie of wederkerigheid. Op het punt van de beoordeling van aanvragen van burgers van WMO-voorzieningen is de vraag of voorzieningen nodig zijn om de participatie-achterstand van de betrokkenen te compenseren van enig en essentieel belang. In dat licht zou u een variant op uitgangspunt 5 aan uw Uitgangspunten kunnen toevoegen: ‘Waar nodig zullen wij specifiek aandacht besteden aan klantgroepen die wel actief willen zijn, maar dat niet (zelfstandig) kúnnen.’

Helaas is ons bij herhaling gebleken dat voor de aangekondigde keukentafelgesprekken hierover, waarbij de beoogde participatie echt aan de orde kan komen, in veel gevallen geen tijd en geld is. Wij hebben u daarover al eerder vragen gesteld en geadviseerd. Het bevorderen van  participatie (dat het doel is van de aangevraagde voorzieningen) is volgens ons iets geheel anders dan de door u aangekondigde tegenprestatie en wederkerigheid. Participatiebevordering is een onderdeel van de WMO waaraan ook in de gemeente Utrecht vaak (te) weinig aandacht wordt besteed. Wederkerigheid binnen de WMO is wat de CR betreft een element dat hier niet in thuishoort. In plaats daarvan verwachten we een attitude zoals geformuleerd in het extra uitgangspunt.

Wij zien uw inhoudelijke reactie tegemoet en danken u hier voor.

Hoogachtend namens de Cliëntenraad Wmo Pv6,
Martijn van Andel, voorzitter.

maandag 6 mei 2013